Het virus

Ik heb een virus te pakken waar ik voorlopig niet van af kom. Nee, niet het schaatsvirus en gelukkig een virus waarmee ik geen kwaad kan uitrichten in het ziekenhuis waar ik werk. Ook een virus waarmee te leven valt en behandeling niet echt noodzakelijk is. Je hebt alleen af en toe last van een diafragma of spontane sluitertijd, maar als je alles op de automatische piloot zet dan komt het helemaal weer goed. Zo’n virus gooit je hele leven over hoop en ineens ga je anders tegen de dingen aankijken. Overal waar je loopt, fietst of met de auto langsrijdt, kijk je ineens met andere ogen naar de dingen om je heen. Op internet ga je op zoek naar lotgenoten die ook besmet zijn en al gauw ontdek je de andere hopeloze gevallen die jou virus nog even verder aanwakkeren als een open haard waar kurkdroge blokken hout zich overgeven aan de gretige vlammen (tjonge wat een zin zeg!). Aanvankelijk was het nog een onschuldig virusje te vergelijken met een kleine verkoudheid. Je ziet lotgenoten die er veel ernstiger aan toe zijn, maar dat is nu het gevaar van dit virus. Aangestoken door prachtige beelden wordt jou verkoudheid ineens een griep. Chronisch, dat ook nog. En je omgeving en de mensen om je heen zijn mede schuldig, want hoe beter de kwaliteit des te meer complimenten je krijgt. Kritiek werkt ook averechts, want daardoor ga je juist nog beter je best doen en hou je het virus levend. Kortom, je komt er moeilijk van af maar je voelt je geweldig. Een virus dat verslavend werkt, niet te veel hoeft te kosten en alleen vraagt om voldoende tijd. En zelfs in het drukke leventje dat je hebt, is er voldoende tijd vrij om er voor te zorgen dat je niet zal genezen. Fotografie heet het virus. De medische term in het Latijns is Photographia. Aparte eigenschap is dat je niet met een boog om mij heen hoeft te lopen, want als je zelf geen camera hebt dan loop je geen risico om ook besmet te raken. Besmetting gaat trouwens via de ogen. Het is het kijken naar beelden die binnenkomen op je netvlies. Dus wees gewaarschuwd!